Op trillende benen liep Danischa van het ‘wachtbankje’ achter op het podium naar de grote voorleesstoel. “Ik had zoveel zenuwen, niet normaal. Presentator Edson da Graça en mijn meester maakten wat grapjes waardoor ik een beetje ontspande. Toen ik iets over mezelf en het boek had verteld, zag ik de letters op de bladzijde en dacht ik ‘nu gebeurt het, nu mag ik voorlezen’.” De zenuwen zakten. Danischa Bah van de Cypressenhof in Middelburg mag zich het komende jaar De Nationale Voorleeskampioen noemen en treedt aan als kinderdirecteur van het Kinderboekenmuseum.
Groot podium
Danischa houdt van lezen: “Maar voorlezen vind ik het allerleukste, want dan kan ik mensen echt mee het verhaal in slepen. En dát op zo’n groot podium doen, is echt superleuk.” Danischa had vorig jaar al een poging gewaagd, maar kwam toen niet door de voorrondes en wilde het nog een keertje proberen. Vooraf heeft ze veel geoefend met familie. “En mijn vriendinnen hebben me de hele weg naar de overwinning gesteund.”
Strak georganiseerd
Haar leerkracht Bert Jeras is zeer te spreken over de organisatie van De Nationale Voorleeswedstrijd, een leesbevorderingscampagne van Stichting Lezen in samenwerking met de Bibliotheken. “We zijn een school uit Zeeland: dat betekent voor de kinderen al twee uur en een kwartier stilzitten om er te komen. Ik maakte me een beetje zorgen over dat ze tijdens de wedstrijd weer lang moesten zitten, maar het was zo gaaf geregeld in Tivoli Vredenburg in Utrecht. De kinderen lazen per vier voor. Er was geen jurycommentaar tussendoor, maar optredens van een band waarbij gedanst mocht worden. En Edson is ook echt lachen, hij maakte grapjes die pasten bij het publiek. Het was een feest om er te zijn. Daarnaast was het strak georganiseerd. Je komt binnen en je hebt een vaste plaats. Iedere provincie kreeg een eigen kleur shirt, wij een rode. Dat was allemaal heel duidelijk.” Nadat alle deelnemers hadden gelezen, volgde het jurycommentaar op een bondige manier en was het tijd voor de uitslag. “Toen ik mijn naam hoorde bij plaats één, moest ik echt gillen joh. Alle spanning kwam eruit. De kinderen uit mijn klas renden naar voren en iemand liet een partypopper afgaan”, vertelt Danischa.
Geen methode technisch lezen
Op de school van Danischa is veel aandacht voor lezen. Bert: “We kopen geen methode voor technisch lezen meer in. Wat we wel in alle klassen doen, is vier keer per week lezen. Dat doen we van half 11 tot 11 en dan is het in de hele school echt stil. In de klassen is een heel ruim aanbod aan boeken en van bibliotheken krijgen we boekenkisten. Plezier is waar we op inzetten, we willen dat lezen leuk is. De leerlingen kiezen zelf hun boeken uit. Zo nu en dan voer ik met een van de lezers een gesprekje over een boek. Dan wil ik bijvoorbeeld weten of de leerling het boek zou aanraden en waarom wel of niet. Ik heb 29 kinderen in de klas, ik denk dat 24 à 25 kinderen dit leesmoment een mooi moment vinden.”
Danischa: “Door te lezen leer je nieuwe woorden en kun je je fantasie gebruiken. Het helpt je ook als je bijvoorbeeld boekenschrijver wilt worden.” Ook vindt Danischa dat je meer zelfkennis krijgt. “Als je over veel verschillende personages leest, zie je steeds beter in wie je jezelf herkent en wie je echt niet zou willen zijn. En als iemand een probleem oplost, dan kun je bedenken of je het zo ook zou doen, of dat het je toch anders zou aanpakken.”
Bert kan er kort over zijn: “Van lezen word je gewoon een beter mens. Je leest avonturen over landen en plekken waar je nooit komt. De wereld van de woorden en zinnen verrijkt het leven. Boeken gaan over vriendschap of liefde. Leerlingen zien personages veranderen, ze maken het verhaal eigenlijk mee. In tegenstelling tot gamen, vormen ze tijdens het lezen van een boek de beelden met hun fantasie. Door te lezen kunnen ze even in andere werelden duiken, ook als je het even niet leuk hebt.”
‘Doe mee, het is zo gaaf’
Danischa raadt alle scholen aan om mee te doen aan De Nationale Voorleeswedstrijd: “Het is zo gaaf! Je leert er veel van, maar je hebt ook heel veel plezier.” Bert voegt toe: “En het is niet moeilijk te organiseren. Je kunt je hele klas betrekken bij de jurering in de klassenronde. Zelf was ik het stembureau en nam de briefjes in ontvangst waarop de leerlingen anoniem de naam had gezet van hun favoriet.” Omdat De Nationale Voorleeswedstrijd dertig jaar bestaat, deelde Stichting Lezen tijdens het kampioenschap een goodiebag met voor alle kinderen het boek: Mot en de metaalvissers. Bert heeft het boek in de klas ook uitgedeeld. “Leerlingen mogen zelf kiezen of ze het lezen en een stuk of twaalf kinderen zijn daar nu mee bezig. Ik ben wel van plan om klassikaal over het boek te praten want het is echt een ander boek dan anders.”
Doe ook mee!
In september start de 31e editie van De Nationale Voorleeswedstrijd. Alle basisscholen krijgen in september automatisch een gratis deelname-envelop opgestuurd. Wil je meer weten over de voorleeswedstrijd, de spelregels en het aanmelden? Ga dan naar deze pagina.
Je hebt tot 1 december de tijd om op school een voorleeswedstrijd te organiseren met de kinderen uit groep 7 en/of 8. De Kinderboekenweek zou een mooie aanleiding kunnen zijn. Vergeet de schoolronde niet alvast in te plannen.
De schoolkampioen kun je hier aanmelden.