Mienskipsskoalle De Legegeaën, Sibrandabuorren
Winnaar van de schoolronde van De Nationale Voorleeswedstrijd
Tekst en foto: Marije Ravelli
‘Vroeger toen ik negen jaar oud was, hield ik alleen van strips, toen had ik helemaal geen interesse in lezen. Op een dag verveelde ik mij een keer en toen zei mijn moeder: “Pak eens een boek uit de kast”. Ik ben begonnen met een boek van Carry Slee. En toen dacht ik: daar wil ik nog wel meer boeken van lezen. Zo is het begonnen. Carry Slee vertelt heel erg hoe iemand zich voelt. Dat vind ik erg belangrijk bij het lezen. Als het gevoel er niet bij staat, dan voel je het niet echt.’
Zelf boeken zoeken
‘Mijn oudere broer houdt ook heel erg van lezen. Hij vertelt me vaak over de boeken die hij leuk vond, zoals bijvoorbeeld Percy Jackson, Baas van de wereld en de boeken van Carry Slee. Maar in de bieb zoek ik ook zelf boeken. De achterkant zegt wel iets over het boek, maar bijna nooit genoeg. Dus ik lees gewoon een stuk om te kijken of het verhaal bij me past.’
Friese taal
‘Ik ben opgegroeid met de Friese taal, maar op school heb ik Nederlands leren lezen en schrijven. Dus ik lees liever in het Nederlands. Ik snap het wel dat andere mensen graag in het Fries willen lezen. Als je leest is het wel belangrijk dat je de taal snapt.’
Tutorlezen
‘Op school hebben we nu tutorlezen, dan mag ik kinderen uit groep 4 leren lezen. We lezen samen een tekst van begrijpend lezen. Daarna moeten de kinderen vragen beantwoorden die erbij staan, soms doe je dat samen en soms alleen. Ik zeg altijd, dat als ze een woordje niet snappen, ze het echt moeten zeggen. Want soms snappen ze helemaal niet wat ze lezen!’
Eigen karakter
‘Veel kinderen leggen een boek al weg als ze drie bladzijdes hebben gelezen, maar dat is niet zo slim, want het verhaal komt vaak pas op bladzijde dertig. Als je niet weet wat je moet lezen, dan zou ik zeggen: kijk naar je eigen karakter. Misschien vind je het leuk om over jezelf te lezen, over kinderen die iets geks hebben, of misschien vind je het juist leuk om iets over andere kinderen te weten te komen.’